:43:06
Ik ga hout zoeken voor het vuur.
:43:30
Hebbes.
:43:36
Hier ben ik.
:43:41
Kent u me nog ?
:43:43
Wat doe je daar ?
- Wat doe ik hier ? Goeie vraag.
:43:52
Ik heb gevochten
met soldaten van de bisschop.
:43:56
Waarom hebben ze je niet gedood ?
- Goeie vraag. Dat vroeg ik ze ook.
:44:04
En ?
- Wat 'en' ?
:44:08
En wat zeiden ze ?
- Die eer gunden ze de bisschop.
:44:18
Ze komen terug.
- Zo, is dat zo ?
:44:24
Een enorme uil heeft z'n oog
op mij laten vallen.
:44:49
Dat is erg vriendelijk van u.