:53:01
Wou u ze niet in elkaar rammen ?
- Eigenlijk wel.
:53:06
Maar toen kwam je pa uit de
simulator. Ik kende hem niet.
:53:12
Ze vertellen hem het verhaal, hij
loopt naar me toe en kijkt me aan.
:53:18
Vervolgens salueert ie.
:53:21
Het spijt me. We zullen alles in
orde brengen, kolonel.
:53:26
Je vader weet alles
van waardigheid.
:53:30
Dat soort mensen zie ik niet
graag opgesloten in een kooi.
:53:35
Dat hoeft ook niet.
We halen hem er gewoon uit.
:53:39
We hebben alleen een plan.
:53:42
Ik weet dat je computerprints
en foto's kunt stelen.
:53:48
Na morgen heeft ie nog een dag.
Doen we het of niet ?
:53:51
Ik bepaal of we gaan.
Je hebt nog heel wat te bewijzen.
:53:57
Dus luister goed naar me.
:54:00
Ik wil weten of je kunt leveren...
:54:03
... wat je beweert.
- Zeg het maar.
:54:12
Ik wil twee F-16's met een
goedgekeurd vliegplan.
:54:17
Ik zal je twee valse namen geven.
:54:21
En ik wil een lestoestel.
:54:26
Dat kan je het laten zien.
- Geloof je niet dat ik kan vliegen ?
:54:32
Misschien wel.
:54:33
Maar ik wil je testen
met levende doelen.
:54:36
Ik zal je niet teleurstellen.
- Ik hoop 't niet.
:54:41
Want anders gaan we niet.
:54:53
Genoeg.
:54:58
U bent erg koppig.