Short Circuit
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:38:02
Vermorzeld. Dood.
:38:07
Gedemonteerd. Dood.
:38:11
Demonteren. Dood.
:38:14
Hé, rustig aan.
:38:17
Niet demonteren.
-Waar ga je heen?

:38:22
Vluchten. Ontsnappen.
-Ga m'n auto uit.

:38:27
Laat me erin.
:38:30
Nee, niet doen.
:38:32
Doe die deur open.
:38:35
Ga m'n auto uit, dief.
:38:42
Niet starten. Je kan niet rijden.
:38:55
Kom terug met m'n auto, stuk blik.
Blijf ervan af.

:39:15
Je mag wel goed verzekerd zijn,
want er staat je wat te wachten.

:39:38
lk zie een signaal.
Minder je vaart.

:39:46
Daar gaat hij.
Hij rijdt met heel hoge snelweg.

:39:57
Rechts van de streep.
-Rechts. Conservatief. Behoudend.


vorige.
volgende.