Overboard
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:51:01
Dank je wel, schat.
:51:03
Het valt niet mee om taart te serveren
met borden aan je handen.

:51:10
Schat, we hebben vorken nodig.
:51:13
- Suikerspinnetje ?
- Ja ?

:51:20
Wat maak je me nou ?
:51:26
Brand.
:51:32
Pak 'r, jongens.
:51:40
Bedankt voor 't eten.
:51:42
- Dat heeft ze nog nooit gedaan.
- Dan is dit de eerste keer.

:51:45
- Moet je zien. Ik moet zo naar m'n werk.
- Wacht.

:51:48
Deze kant uit, jongens.
:51:50
Gruwelijke gruwels, in de aanval.
:51:53
- Wat moet ik nou ?
- Ga maar naar huis.

:52:01
Hebbes.
:52:06
- Kietel 'r.
- Ze kan niet tegen kietelen.

:52:09
Dat doet pijn.
:52:13
Ga weg.
:52:16
Het is tijd om op te staan.
:52:19
Naar de badkamer
en doe wat je anders ook doet.

:52:22
- Spuit je ons straks weer nat ?
- Dat hangt er vanaf.

:52:25
- Ik moet m'n schildpad voeren.
- Dat rotding heeft m'n hoofdband gejat.

:52:29
- Joey, opstaan.
- Ik heb geen zin. De juffrouw is 'n vetzak.

:52:36
Proffittjes, kom eens hier.
:52:41
Ik hoor dat jullie weigeren
om de toets af te leggen.

:52:45
Ik heb jeuk en ik wil naar huis.
:52:47
Ga maar in de hoek staan
tot je normaal kunt praten.

:52:52
Jullie zitten hier pas op school.
:52:55
Aan deze toets kunnen we zien
in welke klas jullie thuishoren.

:52:59
- Jullie moeten beter... Greg, hou op.
- Trek 'n gezicht.


vorige.
volgende.