Roxanne
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:50:02
Lieve Roxanne, hoe gaat het?
Zullen we 'n keer wat gaan drinken?

:50:06
Als je dat wil,
kijk dan in deze doos.

:50:12
Hoe lang heb je erop gezeten?
- Vanaf vanmiddag.

:50:18
Dat is wel heel erg lang.
Dit kan je haar niet sturen.

:50:23
Hoezo?
:50:25
Het concept is goed,
maar het moet boeiender.

:50:28
lk heb er zo op gezwoegd.
:50:30
Pak een pen, ga zetten en luister.
Wat vind je van haar?

:50:35
lk?
- Hoe voel je je als je haar ziet?

:50:40
Geil.
:50:43
Goed, maar dat kan je niet
schrijven.

:50:47
Je moet schrijven:
Je raakte me.

:50:52
Je zette me in vuur en vlam.
:50:56
Schitterend.
:50:58
Hoe voelde je je
toen je met haar sprak?

:51:01
Als een eikel.
:51:03
Dat kan je ook niet schrijven.
:51:06
lk voelde me als een kind dat
voor het eerst in de zon stond.

:51:12
lk voelde alleen jouw stralen.
:51:16
Stralen, wat mooi.
Dat ga ik onderstrepen.

:51:21
Wat deed je nadatje
haar gezien had?

:51:24
Overgeven.
:51:30
Nadat ik jou gezien had,
dacht ik alleen nog aan jou.

:51:36
Schrijfjij die brief maar.
- Nee, jij.

:51:40
Jij weet precies wat ik voel.
Jij schrijft, ik onderteken.

:51:44
Nee, dat is gevaarlijk.
Dat is liegen.

:51:50
Niet als je schrijft
wat ik voel.

:51:52
lk onderteken en jij schrijft op
watjij denkt dat ik voel.

:51:56
Dat moet lukken.
- lk moet voelen watjij voelt.


vorige.
volgende.