Roxanne
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:51:01
Als een eikel.
:51:03
Dat kan je ook niet schrijven.
:51:06
lk voelde me als een kind dat
voor het eerst in de zon stond.

:51:12
lk voelde alleen jouw stralen.
:51:16
Stralen, wat mooi.
Dat ga ik onderstrepen.

:51:21
Wat deed je nadatje
haar gezien had?

:51:24
Overgeven.
:51:30
Nadat ik jou gezien had,
dacht ik alleen nog aan jou.

:51:36
Schrijfjij die brief maar.
- Nee, jij.

:51:40
Jij weet precies wat ik voel.
Jij schrijft, ik onderteken.

:51:44
Nee, dat is gevaarlijk.
Dat is liegen.

:51:50
Niet als je schrijft
wat ik voel.

:51:52
lk onderteken en jij schrijft op
watjij denkt dat ik voel.

:51:56
Dat moet lukken.
- lk moet voelen watjij voelt.

:52:00
Hij is al half af.
:52:02
Nee, het is allemaal
poëtische onzin.

:52:06
Dit is mooi.
:52:08
Nee, Roxanne moetje
een beetje verrassen.

:52:12
lets vreemds, zodat ze
het nauwelijks kan begrijpen.

:52:18
Kun je dat?
- Het is wel een uitdaging.

:52:22
Pak je favoriete pen.
:52:24
Deze zijn goed.
:52:26
En een stuk kwaliteitspapier,
dat de inkt goed opzuigt.

:52:31
Het eten.
- Dat doe ik wel.

:52:34
Doe het rustig aan.

vorige.
volgende.