:29:01
	Iets over die toiletartikelen.
:29:04
	Ze vertrok met die man.
:29:09
	Ik snap 't niet. 'n Man ?
:29:13
	Hij had me gevraagd of Mrs. Walker
in 't hotel was.
:29:16
	Ik zei ja.
:29:17
	Hij belde uw kamer.
:29:18
	Even later kwam zij naar beneden.
:29:21
	Ze vroeg om tandpasta, 'n tandenborstel...
:29:26
	... en iets om make-up
van het gezicht te halen.
:29:32
	O, watjes.
:29:33
	Ze gingen samen weg.
:29:36
	Is er iets mee ?
:29:41
	Leek ze hem te kennen ?
Spraken ze samen ?
:29:44
	Merkte u nog iets op ?
:29:47
	Ze had nat haar, wat ik wel vreemd vond.
:29:50
	Ik kon niets verstaan...
:29:54
	... maar z'n arm was om haar heen.
:29:58
	Om haar middel of...
:30:00
	Om haar schouder.
:30:06
	Hoe zag hij er uit ?
:30:09
	Lang, goed gekleed, snor, donkere huid.
:30:13
	Hij had 'n accent.
:30:16
	Niet Amerikaans, bedoel ik.
:30:19
	Meer uit 't Midden-Oosten.
:30:26
	Dank u wel.
:30:32
	Het spijt me. Dank u.
:30:40
	U moet op uw beurt wachten.
:30:43
	Maar dit is 'n noodgeval.
:30:48
	Dat kan je geen donder schelen.
:30:50
	Zat noodgevallen. Iedereen wacht.
:30:54
	Is iedereen z'n vrouw ontvoerd ?
:30:58
	Ik weet 't niet.