Frantic
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:20:00
... door een man gekust. Wat zei hij ?
1:20:04
Goede reis.
1:20:06
Hij gaf je iets.
- Dat zei ze al.

1:20:08
'n Vrijheidsbeeldje.
Ze deed 't in haar koffer.

1:20:13
Hij gaf 't beeldje en jij deed 't
in je koffer. En daarna ?

1:20:16
Ik ging 't vliegtuig in.
- In Parijs ?

1:20:19
Deed ik 'm in een kluis.
1:20:20
Heb je die sleutel ?
1:20:23
Onder 'n plank in een telefooncel,
met kauwgom.

1:20:32
Controleer de badkamer.
- Deed ik al.

1:20:49
Wie gaf jou instructies ?
1:20:51
Dédé Martin.
- Wie nog meer ?

1:20:53
Niemand. Alleen Dédé.
1:20:55
Hij is 'n vriend van me.
1:20:58
Dat was hij.
1:21:00
Je deed 't beeldje in de kluis ?
1:21:03
De koffer.
1:21:05
De koffer ?
1:21:09
Toen ik hem zag, raakte ik in paniek.
1:21:13
Hij zat ook in het vliegtuig.
1:21:14
Gezeik. Ze wist niet waar ik zat.
1:21:17
De stewardess morste koffie op je.
1:21:22
Je zag 'm op 't station.
1:21:27
Je raakte in paniek ?
1:21:30
Ik smeet de koffer erin.
1:21:32
Met het beeldje ?
1:21:33
Alleen de koffer.
1:21:36
Je nam het beeldje eruit ?
1:21:39
Nee, het zat er niet in.
1:21:42
Waar was dat beeldje, schat ?
1:21:44
In een andere koffer.
1:21:45
Wat ben je nou aan 't zeiken !
Houd je ons voor idioten ?

1:21:50
Ik vind jullie geen idioten.
1:21:55
Waar is 't, hoer !
1:21:57
Waar is die andere koffer ?
- Geen idee.


vorige.
volgende.