1:21:00
	Je deed 't beeldje in de kluis ?
1:21:03
	De koffer.
1:21:05
	De koffer ?
1:21:09
	Toen ik hem zag, raakte ik in paniek.
1:21:13
	Hij zat ook in het vliegtuig.
1:21:14
	Gezeik. Ze wist niet waar ik zat.
1:21:17
	De stewardess morste koffie op je.
1:21:22
	Je zag 'm op 't station.
1:21:27
	Je raakte in paniek ?
1:21:30
	Ik smeet de koffer erin.
1:21:32
	Met het beeldje ?
1:21:33
	Alleen de koffer.
1:21:36
	Je nam het beeldje eruit ?
1:21:39
	Nee, het zat er niet in.
1:21:42
	Waar was dat beeldje, schat ?
1:21:44
	In een andere koffer.
1:21:45
	Wat ben je nou aan 't zeiken !
Houd je ons voor idioten ?
1:21:50
	Ik vind jullie geen idioten.
1:21:55
	Waar is 't, hoer !
1:21:57
	Waar is die andere koffer ?
- Geen idee.
1:22:03
	De slaapkamer ook gecontroleerd ?
1:22:08
	Ik werd wakker en jij was weg.
1:22:11
	Kom weer naar bed.
1:22:12
	Wie is dat ?
1:22:14
	Hij is...je weet wel.
1:22:16
	Jullie maakten zo'n herrie.
- Wie ben jij ?
1:22:21
	Zijn dat vrienden van jou ?
- Nee, dat niet.
1:22:25
	Wat moet dat dan ?
1:22:26
	Hou je kalm. 'n Vergissing.
1:22:30
	Hij is Amerikaan. Misschien gek.
1:22:32
	Dat was zeker een vergissing.
1:22:34
	Kalm. We stelden haar alleen
een paar vragen.
1:22:37
	Jullie vragen niks. Donder nou op.
1:22:40
	Ik ga wanneer ik wil !
1:22:45
	Laat me met rust !
1:22:46
	Ik ben 'n Amerikaan en gek !
1:22:54
	Je hoort nog van ons.