1:07:00
Ja. Wie staat op 't eerste honk?
1:07:02
Blijf je dat steeds doen, Ray?
1:07:06
Moet je dat steeds doen?
1:07:08
Dat is z'n naam. Wiens naam?
1:07:10
Dat vertel ik je niet. Ik vraag
je, wie staat op 't eerste honk?
1:07:15
Ray, dit is geen...
Het is geen raadsel.
1:07:19
Ja.
Wie staat dan op 't eerste honk?
1:07:22
Je komt er nooit achter, want
Wie staat op 't eerste honk.
1:07:26
Het is een grap.
1:07:28
Soms komt zijn vrouw ook.
Wie z'n vrouw?
1:07:30
Man, dat is komedie.
1:07:33
Weet je, de vent op één?
1:07:35
Als jij 't doet,
is het niet grappig.
1:07:38
Jij bent 't komieken paar
Abbott en Abbott!
1:07:41
Soms komt zijn vrouw 't ophalen.
Wie z'n vrouw?
1:07:45
Ray, je lost het nooit op.
1:07:49
Het is helemaal geen raadsel.
1:07:52
Als je kon inzien
dat 't grappig is,
1:07:54
werd je misschien beter.
1:07:57
Hoe heet die vent
op 't eerste honk?
1:07:59
Nee. Hoe heet die vent
op 't tweede honk?
1:08:03
De eerste honkman?
1:08:05
De vent op één? Ja.
1:08:08
Wie...speelt...
1:08:10
Wie speelt eerste voor St Louis?
1:08:14
Wie? De vent op één.
1:08:17
Hoe moet ik dat weten?
1:08:18
De eerste honkman.
Wie staat op één?
1:08:20
Goed, kom maar.
We zetten het bed bij 't raam.
1:08:24
We hebben appelsap, we leggen
je pen en papier op tafel.
1:08:30
- Vergat ik wat?
- De kaasballetjes.
1:08:33
Ik vergat de kaasballetjes.
1:08:36
Waar is
mijn tandsteenwerende tandpasta?
1:08:39
Dat had ik
een paar dagen geleden.
1:08:48
Weet je nog dat die arts je
die getallen vroeg?
1:08:52
- Hoe doe je dat?
- Ik zie het.
1:08:57
- Kun je daar even mee stoppen?
- Ik zie het.