1:07:00
En dat u uw ogen bijna de hele tijd
dicht had toen u op de flipperkast lag.
1:07:06
- Waren uw ogen inderdaad dicht?
- Ja, soms.
1:07:11
Kunnen we stellen dat u niet weet
wie er applaudisseerde?
1:07:19
Kan 't zijn dat er maar één riep?
1:07:23
Nee, 't waren verschillende stemmen.
1:07:27
- Waren 't er misschien maar twee?
- Nee, de stemmen klonken tegelijk.
1:07:33
Klopt 't dat u heeft verklaard dat u
door drie mannen bent aangerand?
1:07:41
Zou 't mogelijk kunnen zijn
1:07:44
dat de mannen die juichten,
uw aanranders waren?
1:07:49
Nee, de stemmen klonken verder weg.
1:07:56
U had meerdere glazen gedronken
en u had geblowd.
1:08:01
De TV en de jukebox stonden aan.
OveraI stonden Iawaaierige apparaten.
1:08:08
U had uw ogen dicht, soms.
1:08:12
En u werd aangerand.
1:08:15
Zou u, gezien die omstandigheden,
echt kunnen zeggen
1:08:20
hoeveeI stemmen u hoorde
en waar ze vandaan kwamen?
1:08:29
Kunnen we dan stellen
1:08:31
dat u niet kunt zeggen wie er
applaudisseerde of schreeuwde?
1:08:37
Is dat biIIijk?
1:08:44
Ja, dat is billijk.