1:08:01
De TV en de jukebox stonden aan.
OveraI stonden Iawaaierige apparaten.
1:08:08
U had uw ogen dicht, soms.
1:08:12
En u werd aangerand.
1:08:15
Zou u, gezien die omstandigheden,
echt kunnen zeggen
1:08:20
hoeveeI stemmen u hoorde
en waar ze vandaan kwamen?
1:08:29
Kunnen we dan stellen
1:08:31
dat u niet kunt zeggen wie er
applaudisseerde of schreeuwde?
1:08:37
Is dat biIIijk?
1:08:44
Ja, dat is billijk.
1:09:05
Toen u op de flipperkast lag, riep
u toen "Help" of "lk word verkracht"?
1:09:13
Ik probeerde 't,
maar ze hieIden m'n mond dicht.
1:09:17
Ze kusten me of ze hielden hun hand
op m'n mond. lk zei steeds: Nee.
1:09:25
- Nee?
- Ja, dat zei ik. Ik zei nee.
1:09:32
Dus niet "lk word verkracht",
"Help" of "Politie",
1:09:38
maar "Nee"?
1:09:45
Inderdaad.
1:09:47
- Hoorde iemand u?
- Geen idee.
1:09:50
Gebaarde u naar iemand in de ruimte?
1:09:54
- Nee, ze hielden m'n handen toch vast.
- Gaf u 'n teken met uw ogen?