:17:04
Ik stel Willow Ufgood aan.
:17:06
Nee...
:17:09
Ik zal de beenderen raadplegen.
:17:20
De beenderen zeggen niets.
:17:27
Voel je liefde voor dit kind ?
:17:38
Ja...
:17:41
Ja, dat is zo.
:17:42
De beenderen hebben gesproken.
:17:46
Willow Ufgood, de veiligheid
van ons dorp is in jouw handen.
:17:50
Gezegend zij de beenderen.
- Gezegend zij de beenderen.
:17:54
Maar je kan het niet alleen.
:17:57
Wie heeft de moed om onze dappere
vriend te vergezellen ?
:18:04
Ik ga met hem mee.
- Meegosh.
:18:08
Prima keus.
:18:10
Ik ga mee.
- Vohnkar. Vohnkar.
:18:14
Nee, Vohnkar is onze beste krijger.
:18:16
We hebben 'm hier nodig.
Vohnkar, ga terug.
:18:27
Deze expeditie heeft 'n leider nodig.
:18:31
En volgens de beenderen
ben jij dat...
:18:36
... Burglekutt !
:18:39
Vohnkar.
:18:42
Wat is je probleem ?
- Hoe bedoelt u ?
:18:47
Toen ik mijn vingers op hield,
wat wasje eerste gedachte ?
:18:51
Ach, dat was stom.
- Zeg het eens.
:18:55
Mijn eigen vinger.
- Aha...
:18:58
... dat was het juiste antwoord.
Je hebt geen zelfvertrouwen.