1:02:59
Verkeerde kant. We moeten naar Berlijn.
- Brody is daar.
1:03:04
Mijn dagboek is in Berlijn.
- Onnodig. Marcus heeft de kaart.
1:03:10
In dat dagboek zit meer dan die kaart.
- Goed dan, pa. Vertel maar.
1:03:19
Wie de Graal vindt,
ondergaat de laatste beproeving.
1:03:22
Beproeving ?
- Drie uiterst sluwe vindingen.
1:03:26
Valstrikken ?
- Zeker.
1:03:28
Maar ik vond de oplossingen
in de kronieken van Sint Anselmus.
1:03:35
Hoe zijn die dan ?
1:03:40
Vergeten ?
1:03:43
Ik heb ze opgeschreven.
Dan kon ik ze vergeten.
1:03:47
Het halve Duitse leger achter ons aan
en ik moet naar Berlijn ?
1:03:52
Alleen de Graal telt.
- En Marcus ?
1:03:56
Die zou het met me eens zijn.
- Twee martelaren. Jezus Christus.