:54:04
Dus zij heeft de ontmoeting
op touw gezet om hem te arresteren.
:54:09
Dat is uitlokking.
:54:11
Ik geloof dat hij moorden heeft gepleegd.
:54:14
Geloven ? Sluit je daarom iemand op ?
:54:18
Ze is goed, zeg. Waar heb je haar
vandaan ? Kan ze handlezen ?
:54:24
Hier zal de pers op geilen.
:54:27
Heeft mijn cliënt dat gezegd ?
:54:30
Hebt u het moordwapen ?
:54:33
Dan hebben jullie dus niks.
:54:36
Ik verwed m'n baan erom.
- Daar lijkt het wel op.
:54:40
Ik wil m'n cliënt vrij hebben.
:54:43
En als iemand in zijn buurt komt,
doe ik iedereen een proces aan.
:54:50
En als u met 'm praat, regelt u
de rest van uw leven het verkeer.
:54:58
Laat 'm gaan.
:55:15
Ging je met hem om ?
- Het was niet persoonlijk.
:55:20
Waarom weet ik dat niet ?
:55:22
Ik kon niet geloven dat hij 't was.
- Dan ben je niet de enige.
:55:28
Waarom denk je 't dan ?
- Omdat hij 't zei.
:55:32
Hij zei dat hij me kende uit
de supermarkt van die overvaller.
:55:38
Maar hij was niet bij de getuigen.
:55:41
Hij is 'm gesmeerd.
Ik moest m'n wapen trekken.
:55:46
Hij schijnt me als 'n soort
verwante geest te zien.
:55:53
We moeten 'm in de gaten houden.
- Jullie blijven uit z'n buurt.
:55:58
Als we wat doen, ben ik zuur,
is de politie zuur...