1:00:01
Sta op.
1:00:06
Laat me je handen zien. Omdraaien.
1:00:09
Omdraaien.
1:00:11
Je bent prachtig.
1:00:14
Prachtige botten.
1:00:18
Heb je aan me gedacht ?
1:00:20
Als ik dat doe, zie ik mijn leven voor me.
En jouw dood.
1:00:28
Wat is dit ?
1:00:29
Waarom, Megan ?
1:00:33
Dit.
1:00:39
Ze ging gillend dood, lul.
- Zo is 't genoeg.
1:00:43
Hebt u 'n bevel ?
Wat moet dit voorstellen ?
1:00:48
Inbraak ? Huiszoeking zonder bevel ?
1:00:52
Jullie kunnen wel inpakken.
- Ze is getuige van een moord.
1:00:58
Goed, zeg 't maar.
Wat heb je zogenaamd gezien ?
1:01:02
Ik heb gezien hoe deze man
m'n beste vriendin doodschoot.
1:01:08
Ik heb hier echt genoeg van.
1:01:11
Ik liep met haar door de gang.
1:01:14
Hij dook achter me op, met een wapen.
1:01:18
Zij liep door. Ze zag hem niet.
Ik probeerde te roepen.
1:01:23
Als de dader achter je stond,
hoe weet je dan dat ik 't was ?
1:01:30
Heb je zijn gezicht gezien ?
1:01:33
Hij stond achter me.
- En dus ?
1:01:36
Ze kent 'm nu heus wel.
1:01:39
Ze heeft z'n gezicht niet gezien.