:00:46
Er woonde eens
in 'n heel ver land...
:00:49
...een jonge Prins
in 'n schitterend kasteel.
:00:53
Hij bezat alles
wat hij kon wensen...
:00:56
...maar toch was de Prins verwend,
egoïstisch en wreed.
:01:02
Op 'n winteravond, kwam er
'n oud vrouwtje bij 't kasteel...
:01:06
...die hem 'n roos aanbood in ruil
voor onderdak tegen de bittere kou.
:01:13
Uit weerzin tegenover haar
uiterlijk bespotte hij 't geschenk...
:01:18
...en joeg haar weg. Ze zei hem
niet af te gaan op 'n uiterlijk...
:01:23
...want ware schoonheid
is innerlijk.
:01:26
Toen hij haar weer wegstuurde,
verdween 't afstotelijke uiterlijk...
:01:31
...en stond er 'n mooie tovenares.
:01:35
Hij vroeg om vergeving,
maar te laat.
:01:38
Zij had gezien dat er
geen liefde was in zijn hart.
:01:42
Voor straf veranderde ze hem
in 'n afzichtelijk beest...
:01:45
...en betoverde het kasteel
en allen die er woonden.
:01:51
Vol schaamte over z'n uiterlijk
verborg hij zich in z'n kasteel.
:01:56
Een toverspiegel was z'n enige
venster naar de buitenwereld.