:27:02
zoals je ziet heb ik spieren genoeg
:27:05
hij is beslist geen vel over been
:27:09
en ik ben van boven
tot onder behaard
:27:12
niemand mept als Gaston,
is zo geestig als Gaston
:27:15
niemand spuugt als Gaston
:27:18
ik ben vooral goed
in een demonstratie
:27:23
tien punten voor Gaston
:27:25
als jongen at ik
veertig eieren per dag
:27:29
daarvan word je groot
:27:31
nu als man
eet ik tien eieren meer
:27:34
dus heb ik zeker het formaat
van een boot
:27:40
niemand schiet als Gaston,
hij raakt nooit niet, die Gaston
:27:45
niemand schiet als Gaston,
hij raakt nooit niet, die Gaston
:27:46
niemand die daarvan zo geniet
als Gaston
:27:50
ik heb overal geweien
als decoratie
:27:53
o, wat een vent, die Gaston
:28:06
Iemand moet me helpen.
:28:08
Help me. Hij heeft haar
opgesloten in de kerker.
:28:13
Wie?
- Belle. We moeten erheen.
:28:17
Rustig. Wie heeft Belle
opgesloten in 'n kerker?
:28:21
Een beest. Een afschuwelijk,
monsterlijk beest.
:28:30
Een groot beest?
- Met 'n lelijke snuit?
:28:33
Afschuwelijk.
- En scherpe tanden?
:28:36
Ja. Helpen jullie me?
- We helpen je wel even.
:28:41
Doen jullie dat?
Dank jullie wel.
:28:43
Doen jullie dat?
Dank jullie wel.
:28:47
Die gekke ouwe Maurice.
:28:49
Wat kan je toch om hem lachen.
:28:53
Gekke ouwe Maurice?
:28:56
Gekke ouwe Maurice.