Beauty and the Beast
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:28:06
Iemand moet me helpen.
:28:08
Help me. Hij heeft haar
opgesloten in de kerker.

:28:13
Wie?
- Belle. We moeten erheen.

:28:17
Rustig. Wie heeft Belle
opgesloten in 'n kerker?

:28:21
Een beest. Een afschuwelijk,
monsterlijk beest.

:28:30
Een groot beest?
- Met 'n lelijke snuit?

:28:33
Afschuwelijk.
- En scherpe tanden?

:28:36
Ja. Helpen jullie me?
- We helpen je wel even.

:28:41
Doen jullie dat?
Dank jullie wel.

:28:43
Doen jullie dat?
Dank jullie wel.

:28:47
Die gekke ouwe Maurice.
:28:49
Wat kan je toch om hem lachen.
:28:53
Gekke ouwe Maurice?
:28:56
Gekke ouwe Maurice.
:29:00
Lefou, ik heb zitten denken
- een gevaarlijke bezigheid

:29:06
die ouwe baas is Belle's vader
:29:09
en hij is niet erg goed snik
:29:12
de radertjes in m'n hoofd
gaan draaien

:29:15
door het zien van die gekke man
:29:18
ik heb besloten
dat ik ga trouwen met Belle

:29:20
ik heb besloten
dat ik ga trouwen met Belle

:29:22
en daarom bedenk ik een plan
:29:27
Als ik...
En dan...

:29:30
Zou zij...
:29:31
Raad eens.
- Nou snap ik 't. Dat doen we.

:29:35
Niemand denkt als Gaston,
niemand krenkt als Gaston

:29:40
niemand maakt
zulke plannen als Gaston

:29:44
dus gaan we spoedig
zijn bruiloft vieren

:29:49
o, wat een vent, die Gaston
:29:59
Is er nou niemand die me helpt?

vorige.
volgende.