:30:10
Wie is daar?
- Mevrouw Tuit.
:30:14
Je hebt vast wel zin in thee.
- Maar je bent een...
:30:20
Pas op.
- Onmogelijk.
:30:22
Ja, maar zo is 't nu eenmaal.
:30:25
Ik zei toch dat ze mooi was?
:30:27
Zo is 't wel goed, Barstje.
Rustig. Niet morsen.
:30:33
Dank je wel.
- Wil je iets leuks zien?
:30:38
Barstje.
- Sorry.
:30:40
Dat was heel moedig van je.
- Vinden wij ook.
:30:44
Maar ik ben m'n vader kwijt,
m'n dromen, alles.
:30:48
Kop op, meisje. Het komt allemaal
weer goed. Dat zul je zien.
:30:54
Ik sta te kletsen terwijl
het eten op tafel moet komen.
:31:00
Dag.
- Wat zullen we je aantrekken?
:31:04
Eens kijken wat ik kan opdiepen.
:31:07
Wat gênant.
:31:10
Kijk eens.
Dit zal je schitterend staan.
:31:14
Heel vriendelijk,
maar ik ga niet eten.
:31:18
Heel vriendelijk,
maar ik ga niet eten.
:31:18
Maar je moet.
:31:23
Het eten wordt opgediend.
:31:27
Waar blijft ze? Ik zei dat ze moest
komen. Waarom is ze er nog niet?
:31:33
Heb geduld. Ze heeft haar vader
én haar vrijheid verloren.
:31:38
Dat meisje kan
de betovering verbreken.
:31:42
Weet ik. Ik ben niet gek.
:31:45
Mooi. U wordt verliefd op haar,
en zij op u.
:31:49
Weg met de betovering
en dan zijn wij weer mensen.
:31:53
Dat kost tijd, Lumiere.
:31:56
Maar de roos verwelkt al.
:31:58
Het heeft geen zin.
Ze is zo mooi en ik ben...