1:07:03
Het is echt waar.
- Breng hem weg.
1:07:07
Laat me los.
- Nee. Dat kunt u niet doen.
1:07:11
Wat is dat jammer van je vader.
- Je weet dat hij niet gek is.
1:07:17
Ik zou dit misverstand
kunnen ophelderen als...
1:07:22
Als wat?
- Als jij met me trouwt.
1:07:25
Eén woordje is genoeg, Belle.
1:07:28
Nooit.
- Zoals je wilt.
1:07:32
Laat me los.
1:07:34
Hij is niet gek. Ik heb 't bewijs.
Laat me het Beest zien.
1:07:43
Is hij gevaarlijk?
- Hij doet niemand kwaad.
1:07:46
Hij lijkt boosaardig,
maar hij is vriendelijk en lief.
1:07:51
Hij is mijn vriend.
- Voel je soms wat voor dat monster?
1:07:56
Hij is geen monster.
Maar dat ben jij wel.
1:08:00
Zij is net zo gek als die ouwe man.
1:08:03
Dat Beest komt 's nachts
jullie kinderen halen.
1:08:06
We zijn pas veilig als z'n kop aan
mijn muur hangt. We gaan 'm doden.
1:08:12
Het Beest moet dood
- hij komt in de nacht
1:08:15
om de kinderen te halen
met zijn monsterlijke kracht
1:08:19
hij zal het hele dorp verwoesten
1:08:22
dus moeten we in actie komen
1:08:26
sluit je nu bij mij aan
1:08:33
door de mist,
door de duisternis
1:08:35
een boze droom,
maar zo opwindend
1:08:38
voor je het weet
staan we voor het kasteel
1:08:41
waar zich iets vreselijks bevindt
1:08:45
het is een Beest
met scherpe tanden
1:08:48
grote klauwen,
en maar grauwen
1:08:51
hoor hem brullen, maar we komen
pas thuis na zijn dood
1:08:56
hij moet dood, dood het Beest
- Doe dat niet.