Little Man Tate
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:20:04
Ik moet weg, het wordt laat.
:20:10
Miss Tate, wacht u even.
:20:13
Ik heb het niet goed uitgelegd.
:20:15
Ik wil graag dat uw zoon meekomt.
:20:18
Als hij het naar zijn zin heeft,
mag hij van de herfst naar mijn school.

:20:23
Momentje. Ik ken u niet eens.
:20:27
Waarom zou ik m'n kind aan u meegeven,
laat staan hem naar uw school sturen?

:20:34
Juist.
:20:36
Dan spijt het me dat u
hier voor niets gekomen bent.

:20:40
Tot ziens, Fred.
:20:42
Hou deze kalender maar,
ik zie je niet meer.

:20:46
Dan kun je altijd
naar de zonnebloemen kijken.

:20:54
Kom maar mee.
:21:17
Jezus, Fred! Wat doe je nou?
:21:20
- Ik ging alleen...
- Je ging zo de straat op zonder te kijken.

:21:24
Je weet dat je eerst moet kijken.
:21:34
Wie weet welke cijfers hier
door twee gedeeld kunnen worden?

:21:42
Wie weet 't?
:21:50
Jij weet vast welke cijfers hier
door twee gedeeld kunnen worden.

:21:57
Allemaal.

vorige.
volgende.