:46:03
Hij is weg. We hebben hem
op de vlucht gejaagd.
:46:07
Met paarden hadden we
hem te pakken gehad.
:46:09
Wie?
-Wat?
:46:13
Achter wie zaten we aan?
-Ik dacht dat je hem zag.
:46:18
Wie?
-De rode ridder.
:46:26
Ik heb je het geld gegeven.
Wil je het houden? Prima.
:46:30
Wil je het weggeven? Ook prima.
:46:34
Ik wil dat je weet dat ik hem
het geld heb gegeven. Duidelijk?
:46:41
Tegen wie heb je het, Jack?
:46:45
Help me, alsjeblieft.
:46:49
De hemel zij dank dat ik m'n plicht
zo snel mag vervullen.
:46:56
Er roept een zielige persoon
die m'n hulp meteen nodig heeft.
:47:01
Dit is te moeilijk.
:47:04
Help me.
-Blijf staan.
:47:07
Vertrap me met je paard. Hierheen.
:47:13
Nee, blijf uit m'n buurt.
:47:17
Ik doe je niks.
-Dat zei die andere vent ook.
:47:22
Ik wil je helpen.
-Nee, ik wil weg. Laat me gaan.
:47:26
Ze hebben je te pakken gehad.
Laat me je helpen.
:47:30
Nee, ik wil dat een debutante
te paard me vertrapt.
:47:36
Die tijden zijn voorbij.
-Is dat niet vreselijk?
:47:40
Die arme Gloria.
Die arme Brenda Frazier.
:47:44
Ze hebben ze geruïneerd,
levend verslonden.
:47:48
En dat meisje Guggenheim dan?
:47:50
Oplichters. Laat me met rust.
-Help nou even, Jack.
:47:55
Er helpt wel iemand anders.
-Moeder Teresa is met pensioen.