:21:27
Zag je haar met die mie?
:21:30
Er hing een streng mie
aan haar hoofd.
:21:40
En toen begonnen ze
aan de meelballen.
:21:42
Ze hockeyden ermee op tafel.
-Dat was broccoli.
:21:47
Nee, het was een meelbal.
Ze gebruikten hun stokjes.
:21:52
Stop. Ik kan niet meer.
-Wacht. Dat boeren.
:21:59
Hé, Lydia.
-Kijk uit.
:22:05
Vertel eens wat over jezelf.
Ik wil alles weten.
:22:09
Meer valt er niet te zeggen.
-Zeg dat niet.
:22:12
Meer is er niet.
-Het is genoeg.
:22:15
Ze viel echt op hem.
-Ja, niet te geloven.
:22:20
Amor vincit omnia.
-Wat?
:22:23
Dat is Latijn.
De liefde overwint alles.
:22:27
Ik bedoel ons niet.
Ik bedoel de rest van de wereld.
:22:33
Zou het wat worden?
-Wie weet?
:22:36
Twee mensen in dezelfde kamer
vinden elkaar niet.
:22:40
En twee mensen aan twee kanten
van de wereld...
:22:44
zijn niet uit elkaar te houden.
Wie weet?
:22:48
Als het voorbestemd is...
:22:55
Wat is er?
-Niks. Ga door.