:39:00
Dank u.
:39:01
Antwoordapparaat.
:39:03
Apparaat ?
:39:04
Ik spreek tegen een machine. Wat is er
verdorie de laatste 50 jaar gebeurd ?
:39:10
Ik gebruik dit voor mijn geschiedenis.
Ik had een B minus.
:39:13
Het gaat snel...
:39:15
... zoals dit, of traag.
Zoom in. Kijk nu.
:39:20
Hou stil !
:39:26
Wat doe je eigenlijk ?
Zoals voor je werk ?
:39:32
Wat is je job ?
:39:34
Test piloot.
:39:43
- Hij is een piloot !
- We vonden een piloot !
:39:51
Ik ben in de bibliotheek op zaterdag.
Ze zal denken dat ik een freak ben.
:39:55
Zij is daar ook.
:39:58
Oh, ja.
:40:01
Kijk, ga met haar praten.
:40:03
Doe het nu maar.
:40:11
hé, Alice...
:40:13
... mooi kleedje.
:40:15
Bedankt.
:40:17
Net behangpapier.
:40:19
Mooi behangpapier.
:40:22
Geen probleem.
:40:24
Stomme nagellak.
:40:26
Lijkt wel bloed.
:40:34
Hoe vindt je de zomer ?
:40:36
Leuk, tot hier toe.
:40:38
Ik ben maar wat aan het lezen.
Little Women.
:40:43
Het is goed !
:40:46
Ik had een ongeluk met de fiets.
:40:48
Echt ?
:40:49
Mijn fiets tot schroot. Schroot.
Helemaal kapot.
:40:53
Ik heb een grote snee ook.
:40:56
Gaat een grote korst worden.
:40:58
Maar ik zal niet krabben.