:41:01
Je wilt zeggen dat iemand ze kan
stelen en ze verkopen aan Jerry Graff?
:41:05
De aanwijzingen aan Graff?
Ja. Dat zei ik, ja.
:41:07
Iemand zou ze kunnen stelen...
zoals alles, lijkt me.
:41:09
Dat is onderhandelbaar.
Iemand zou ze kunnen verkopen.
:41:12
Hoe weet je of hij ze zou kopen?
- Omdat ik voor hem heb gewerkt.
:41:15
Je hebt niet met hem gepraat?
- Nee, wat bedoel je?
:41:19
Of ik hierover met hem heb gesproken?
- Ja.
:41:21
Zeg je zo maar wat of zijn we
dit echt aan het bespreken?
:41:23
We praten er maar wat over.
- Erover praten alsof het maar een idee is?
:41:26
Ja.
- We zijn het niet aan het bespreken.
:41:28
Nee
- Praten we over een beroving?
:41:30
Een beroving? Nee.
:41:35
Nou...
- Hé.
:41:38
Dus je hebt over dit alles
niet met Graff gebeld?
:41:40
Je hebt hem niet gesproken?
- Eigenlijk niet nee.
:41:43
Echt niet.
- Nee, eigenlijk niet.
:41:45
Ja of nee?
- Wat zei ik nou?
:41:47
Wat zei je dan?
- Ik zei, 'eigenlijk niet.'
:41:48
Wat maakt het nou uit George?
We praten maar wat.
:41:51
Is dat zo?
- Ja.
:41:52
Want het is een misdaad.
- Beroving. Dat klopt.
:41:57
Het is een misdaad.
:42:01
Het is ook erg veilig.
- Je bent het aan het bespreken.
:42:04
Ja, dat klopt.
- Je gaat de aanwijzingen stelen.
:42:07
Heb ik dat gezegd?
- Doe je het?
:42:08
Heb ik dat gezegd?
- Heb je met Graff gesproken?
:42:10
Wat heb ik je gezegd?
- Wat zei hij?
:42:12
Wat hij zei?
:42:16
Hij zou ze kopen.
:42:27
Je gaat...
:42:29
...Je gaat ze stelen en verkopen
aan Graff.
:42:32
Ja.
- Wat betaald hij?
:42:35
Hij denkt dat er zo'n 500 zijn,
Laten we zeggen 10 piek per stuk.
:42:38
Dat is ieder 2.500 dollar.
- Ieder?
:42:42
'Ieder?'
- Ja George.
:42:44
Voor mij zeg je?
- Nee, voor jou en mij.
:42:46
Ja, dat is precies wat
ik zeg. 2.500 dollar ieder.
:42:50
Jij en ik voor een nacht werk,
en werken bij Graff...
:42:53
met de nieuwe aanwijzingen.
- Werken bij Graff.
:42:55
Dat zei ik toch?
- Zou hij me werk geven?
:42:58
Hij zou je kunnen nemen.
Ja.