:40:07
En?
- Ik moet pakken.
:40:09
Mogen we weg?
Wat heb je geregeld?
:40:13
Hij neemt me mee naar Hawai.
:40:15
Het is maar voor een paar dagen.
- Je doet alsof het je niks kan schelen.
:40:21
Tuurlijk wel, maar dat pokeren
was niet mijn idee.
:40:25
Moet je dat blijven herhalen?
- Waar is mijn tas?
:40:29
Hij zal je bespringen.
- Zou ik dat toelaten?
:40:32
Hij is sterker. En in die jungle daar
hoort niemand je schreeuwen.
:40:37
Zijn bedienden
zullen je ongetwijfeld verdoven.
:40:40
Zijn zoon en zijn kleindochter Tiffany
komen ook.
:40:44
Ze weet al hoe ze heet.
:40:52
Trouw vanavond met me.
:40:54
Waarom niet?
- Ik geloof je niet.
:40:57
Anders waren we vanmiddag getrouwd.
:41:00
Met de Ali Baba-suite. Kunt u
mijn bagage naar beneden brengen?
:41:07
Je wou eronderuit.
Dat kon iedereen zien.
:41:12
Dat is niet waar.
:41:15
Luister, ben je maandag terug?
- Dinsdag of woensdag waarschijnlijk.
:41:21
Dat is bijna een week.
:41:23
Moeten we in twee dagen
naar Hawai en terugvliegen?
:41:27
Is het nu al 'wij'?
- Ik probeer er het beste van te maken.
:41:31
En daar slaag je prima in.
:41:44
Dag, Mr Straat. Er is nog plaats.
- Waar is Tommy?
:41:48
Hij is net naar Hawai vertrokken.
- Hoezo?
:41:52
Ze belden dat de auto klaarstond.
- Is hij al vertrokken?