Alive
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:26:00
- Zeker weten ?
:26:01
- Ik heb niet de minste twijfel.
:26:16
Wie is dat ?
:26:19
De vrouw, die de hele nacht krijste.
:26:21
Mevrouw Alfonsine.
:26:22
- Zeg niet dat zij het is.
:26:24
- Wat is er dan ?
:26:26
Ik schreeuwde tegen haar.
:26:28
Ik zei dat ze haar kop moest houden.
:26:30
- Dat wilden we allemaal.
:26:32
- Maar ik deed het en nu is ze dood.
:26:39
Ik schaam me zo.
:26:42
- God, vergeef me.
:26:44
- Kalm.
:26:50
Onze Vader, die in de hemelen zijt...
:26:52
- Uw naam worde geheiligd...
:26:54
Uw koninkrijk kome...
:27:10
Chocoladepinda's, kleine chocoladerepen...
:27:13
- vier flessen wijn,
'n halve fles rum en negen crackers.

:27:17
- En met hoeveel zijn we ?
:27:19
- 27.
:27:21
We zullen verhongeren.
:27:23
Dit weer blijft niet zo. Er komen vanmiddag
helikopters over de bergen.

:27:28
- Maar we moeten rantsoeneren.
:27:31
- Ik wil graag 'n uitgebreide lunch.
:27:33
Een stuk chocola per persoon.
:27:37
- Ik heb 't liefst 'n grote lunch.
:27:39
- Kom op, ga in de rij staan.
:27:44
Voorzichtig.
:27:48
Hartelijk dank, Antonio,
voor het minuscule stukje chocolade.

:27:52
- Gooi deze vol. Het is voor Nando.
:27:56
- Hij is bewusteloos.
:27:57
- Hij heeft toch recht op zijn deel.
:27:59
- Geef het hem.

vorige.
volgende.