Alive
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:25:05
- Hoe gaat het hier ?
:25:08
- Ze zijn allebei dood.
:25:10
Jij bent de werktuigkundige !
:25:14
Heb je lichtkogels ?
:25:17
Noodvoorzieningen ?
:25:19
Nee.
:25:21
Wat is er met hem ?
:25:22
- Wat is er met jou ?
:25:27
Hoe zit 't met de radio ?
:25:31
- Hoe zit 't met de radio ?
:25:33
- Kan hij gerepareerd worden ?
:25:35
Niet zonder batterijen.
:25:39
Zijn er batterijen of niet ?
:25:42
De batterijen liggen in de staart...
:25:45
En de staart is weg !
:25:53
Hij is krankzinnig.
Die radio doet er ook niet toe.

:25:57
Het zou handig zijn, maar ze vinden ons.
Radio of geen radio.

:26:00
- Zeker weten ?
:26:01
- Ik heb niet de minste twijfel.
:26:16
Wie is dat ?
:26:19
De vrouw, die de hele nacht krijste.
:26:21
Mevrouw Alfonsine.
:26:22
- Zeg niet dat zij het is.
:26:24
- Wat is er dan ?
:26:26
Ik schreeuwde tegen haar.
:26:28
Ik zei dat ze haar kop moest houden.
:26:30
- Dat wilden we allemaal.
:26:32
- Maar ik deed het en nu is ze dood.
:26:39
Ik schaam me zo.
:26:42
- God, vergeef me.
:26:44
- Kalm.
:26:50
Onze Vader, die in de hemelen zijt...
:26:52
- Uw naam worde geheiligd...
:26:54
Uw koninkrijk kome...

vorige.
volgende.