Alive
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:24:00
Wat is er gebeurd ?
:24:01
Zijn we neergestort ?
:24:06
Niet te geloven.
:24:09
Hij is dood.
Help me hem naar buiten te brengen.

:24:13
Is hij dood ?
:24:16
Help Zerbino met dragen.
We moeten de cabine hiervan vrijhouden.

:24:21
Kom, Carlitos. Help me.
:24:25
- Hoe gaat het, Susana ?
:24:27
- Mijn voeten doen pijn.
:24:30
Mensen met gebroken armen of benen
moeten in de sneeuw gaan liggen.

:24:35
Dat helpt tegen het opzwellen.
:24:51
Ze zijn koud geworden.
:24:54
Hoe voelt dat ?
:25:05
- Hoe gaat het hier ?
:25:08
- Ze zijn allebei dood.
:25:10
Jij bent de werktuigkundige !
:25:14
Heb je lichtkogels ?
:25:17
Noodvoorzieningen ?
:25:19
Nee.
:25:21
Wat is er met hem ?
:25:22
- Wat is er met jou ?
:25:27
Hoe zit 't met de radio ?
:25:31
- Hoe zit 't met de radio ?
:25:33
- Kan hij gerepareerd worden ?
:25:35
Niet zonder batterijen.
:25:39
Zijn er batterijen of niet ?
:25:42
De batterijen liggen in de staart...
:25:45
En de staart is weg !
:25:53
Hij is krankzinnig.
Die radio doet er ook niet toe.

:25:57
Het zou handig zijn, maar ze vinden ons.
Radio of geen radio.


vorige.
volgende.