:59:01
Hoe oud ben je?
- 29.
:59:08
Hou niet op.
:59:10
Met studeren, bedoel ik.
:59:13
Doe je het?
:59:15
Waarom is het
zo belangrijk voor je?
:59:18
Het is mijn doel. Ik wil dat
iedereen zo slim is als hij kan zijn.
:59:23
Een wereld met onwetenden
is gevaarlijk.
:59:28
Ik wou dat ik het beter deed.
- Je doet het prima.
:59:31
Het heeft geen zin. De meesten
zouden lachen als ik...
:59:36
Ik lach niet.
- Ik wel, ik lach om mezelf.
:59:40
Wie denk ik toch dat ik ben?
:59:50
Gewoon, ter afwisseling.
:59:52
Doe niet zo hard je best.
Het doel ontgaat je.
:59:55
Ik wil mooi vinden wat mooi is.
- Er is plaats voor alles.
1:00:00
Je leert meer dingen te mogen.
- Mag ik meer dingen?
1:00:04
Daar ben ik blij om.
1:00:07
Maar al die boeken.
- Het gaat niet alleen om boeken.
1:00:11
Voornamelijk toch.
- Nee.
1:00:13
Wie zei dit: De mens moet
de mens bestuderen'?
1:00:17
Geen idee.
- Moet je weten.
1:00:19
Ik heb het verteld. Pope.
- De paus?
1:00:22
Niet de paus, Alexander Pope.
1:00:26
'De mens moet... '
- 'de mens bestuderen.'
1:00:31
Ook de vrouwen.
Ja, ik weet het.
1:00:35
Ik heb een ander soort mens
bestudeerd.
1:00:38
Waarover je sprak.
Thomas Jefferson en Tom Paine.
1:00:43
En ik ben begonnen
na te denken over Harry.
1:00:47
Hij werkt zo hard voor wat hij wil.
Maar hij weet niet wat hij wil.
1:00:53
Meer van wat hij al heeft.
- Geld.
1:00:56
Geld, meer mensen onder
zijn bevel, meer geld.