1:22:07
Derice, ben je hier?
-Hoi, coach.
1:22:11
lk zocht je. Hoe voel je je?
1:22:15
Goed.
1:22:16
Klaar om je pa op te volgen?
-lk geloof 't wel.
1:22:20
'Geloof 't wel'?
1:22:22
lk wéét 't.
-Zo mag ik 't horen.
1:22:25
Ga je mee iets eten?
-Nee.
1:22:28
Dacht ik al. lk neem wel iets mee.
1:22:32
Coach, ik moet je iets vragen.
1:22:35
Je hoeft geen antwoord te geven.
1:22:39
lk wil 't graag weten,
maar je hoeft 't niet te zeggen.
1:22:44
Waarom ik bedrog gepleegd heb?
-Ja.
1:22:52
Redelijke vraag.
1:22:56
't ls heel simpel.
1:23:00
lk moest en zou winnen.
1:23:03
't Zit zo:
1:23:06
lk leefde om te winnen en als
je zo denkt...
1:23:11
...moet je blijven winnen tot
elke prijs. Begrijp je dat?
1:23:16
Dat begrijp ik niet.
1:23:19
Je had twee gouden plakken.
Je had alles bereikt.
1:23:27
'n Gouden plak is prachtig.
1:23:32
Maar als je als mens te kort
schiet, helpt zo'n plak ook niet.
1:23:42
Coach...
1:23:46
Hoe zit dat bij mij?
1:23:50
Wanneer je over de finish gaat,
weet je 't.