:10:00
	Hij was m'n beste vriend.
:10:21
	Wakker worden, papa. Wakker worden.
:10:24
	Het kietelmonster.
:10:28
	Wat doe je?
Papa stootte z'n elleboog.
:10:30
	Hoe is het ermee? Goedemorgen.
:10:33
	Wat doe je daar?
- Het ontbijt is klaar.
:10:36
	Ik moet je wekken.
- Van wie?
:10:38
	Van mama.
:10:39
	Waarom moet ik wakker worden?
Moet ik je weer kietelen?
:10:59
	Travis, van die motor af.
:11:09
	Wat ben je daar aan het doen?
- Niets, mama.
:11:13
	Van de stoep af met dat geval.
:11:31
	Alsjeblieft, uit de weg.
Wil je daar boter op?
:11:37
	Mag ik een stukje toast?
- Tuurlijk.
:11:40
	Mag ik een hapje?
:11:42
	Jouw toast is ook bijna klaar.
- Ik moet de auto aan de praat krijgen.
:11:47
	Wacht, ik wil even met je praten.
:11:51
	De bank zal vandaag weer opbellen.
:11:54
	En?
- Wat moet ik dan zeggen?
:11:57
	Kan dit niet wachten?
:11:59
	We wachten wel
tot ze ons het huis uitzetten.