:16:01
We hebben twaalf vacatures
voor zeelieden.
:16:05
Als ik je naam noem, ga je het
kantoor in, dan krijg je een schip.
:16:10
Daar gaan we. De eerste: Luigi
Gombas, matroos.
:16:15
Steven Walters, tweede machinist.
:16:20
Ik hoorde in het café dat je hier
zou zijn. Ik wil met je praten.
:16:27
Dat komt me nu niet goed uit.
- Nichols D. Walters. Eerste matroos.
:16:33
Zou je voor mij willen werken ?
Ik betaal je 100 dollar per dag.
:16:40
Waarvoor ?
- Maakt dat uit met dat geld ?
:16:46
Eigenlijk wel, ja.
Dat maakt inderdaad uit.
:16:51
Help me iemand op te sporen.
:16:56
Je kent de stad, je kunt
voor jezelf opkomen.
:17:00
C. Boudreaux, eerste matroos.
:17:05
Ik zou wel willen helpen, schat.
Maar ik denk dat ik de stad uit ben.
:17:11
Ver weg.
:17:21
Lag jij er niet uit na dat geintje
met kapitein McDonald ?
:17:26
Dat was een groot misverstand.
- Je had toch z'n kaak gebroken ?
:17:32
Doe hem maar de groeten van mij.
:17:36
Wacht jij eens even.
- Johnson zegt dat ik weer mag komen.
:17:41
Maar niet van de vakbond.
:17:43
Je bent 217 dollar achter
met je lidmaatschap.
:17:48
Dat betaal ik na deze klus.
- Je mag niet weg met 'n achterstand.
:17:53
Dan kan ik toch nooit betalen ?
- Zo zijn de regels nu eenmaal.
:17:59
Je vaart toch pas aan
't eind van de week.