:29:26
Je moet een verklaring afleggen.
:29:41
Zal ik 's vertellen over
de eerste keer dat ik 'n lijk zag ?
:29:46
In m'n eerste studiejaar,
tijdens de anatomieles.
:29:50
De docent zette 'n cirkelzaag
op de schedel.
:29:53
Er liepen mensen weg,
er vielen mensen flauw.
:29:57
Mij deed het eigenlijk niet veel.
:30:00
Prachtig verhaal.
:30:02
Maar ik kan geen meloen zien
zonder daaraan te denken.
:30:09
Je komt er wel overheen.
:30:19
Wie is dat in het achterveld ?
- Livelle of zo. Hij komt van de bank.
:30:24
Wat is er met Krakowski gebeurd ?
- Gezakt voor de pistest.
:30:31
Dat kan ik nou niet uitstaan.
:30:34
Hij kan voor 'n miljoen nog
niet van de cocaïne afblijven.
:30:39
Ik zou m'n rechterarm geven
voor 'n miljoen.
:30:42
We kunnen niet eens 'n loodgieter
betalen.
:30:46
Zou je dat echt doen ?
:30:49
Je rechterarm geven voor 'n miljoen.
:30:54
Bedoel je letterlijk ?
:30:58
Niet eens je arm.
Laten we zeggen een vinger.