:17:35
Het is verrukkelijk.
Je bent een kunstenaar.
:17:41
Was het druk bij de begrafenis?
- Nee.
:17:44
Een paar vrienden. Geen familie.
- U hebt het simpel gehouden.
:17:50
Zo is het ook het beste. Denk ik.
Dat je dan te rusten wordt gelegd.
:17:55
Wat ik me afvroeg,
waar is dat dubbele graf?
:18:00
Wij vonden dat zo'n romantisch idee.
Toch?
:18:05
Weet je nog dat we het erover hadden
hoe romantisch zo'n dubbel graf is?
:18:11
Je beminde voor eeuwig aan je zijde.
Ik lijk wel zo'n doodgraver.
:18:18
Wat ik me afvroeg,
waar is die begraafplaats?
:18:23
In Nyack. Daar zaten we
's zomers wel eens.
:18:29
Wat was dat met dat dubbele graf?
Dat hebben we nooit besproken.
:18:33
Ik begreep gelukkig dat je iets
van me verwachtte.
:18:37
Ik was in de keuken.
Ik zocht de koffiebonen.
:18:41
Ik keek in de kastjes
en toen zag ik een urn staan.
:18:46
Ik maakte hem open. Er zat as in.
:18:49
Heb je je handen gewassen?
- Ze is gecremeerd.
:18:53
Hoe weet je dat het haar as was?
Zag je gelijkenis?
:18:57
Wie zou het anders zijn?
- Familie. Z'n boekhouder. Z'n kat.