Manhattan Murder Mystery
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:05:02
Daar trap ik niet in.
- Ze trapt niet in het alibi.

1:05:07
Laten we weggaan. Ik wil naar huis.
1:05:11
Het gaat weer regenen.
- Ted had volop theorieën bedacht.

1:05:16
Ted heeft een ijzersterke verbeelding.
1:05:19
Die hotelkamer was aan het eind
van de gang. Het is die kamer daar.

1:05:25
Het lijk kan via dat dak
zijn vervoerd.

1:05:29
Het licht.
- Spookachtig, hè?

1:05:35
We moeten de politie bellen.
- We gaan kijken.

1:05:38
Ben je gek?
- Kijk dan. Er brandt licht.

1:05:43
We bellen thuis de politie.
Dan kunnen die gaan kijken.

1:05:47
Stel bureaucraten. Dit is mijn zaak.
- Hoezo jouw zaak? Lk wil dit niet.

1:05:53
Was Ted er maar bij.
- Ted zou sidderen van angst.

1:05:57
Ik beef alleen maar.
1:06:02
Wij zijn van de politie.
We willen even op kamer 611 kijken.

1:06:07
U was hier daarnet ook al.
- Inderdaad.

1:06:10
Bent u van de politie?
- Laat hem je bewijs zien.

1:06:14
Je kaartje.
Je politielegitimatiebewijs.

1:06:19
Hij heeft z'n bewijs bij zich.
1:06:28
Zijn er problemen?
- Nee, ik ben rechercheur.

1:06:31
De minimale lengte is verlaagd.
Ik neem m'n bewijs weer mee.

1:06:48
Voorzichtig.
- En dat zeg jij.

1:06:52
Gooi geen dingen om.
1:06:54
Ik laat alleen m'n vingerafdrukken
achter, zodat ze ons kunnen pakken.


vorige.
volgende.