1:21:07
Geef die auto maar aan mij.
1:21:12
Hij schijt in z'n broek.
1:21:18
Ik heb geen tijd voor grapjes.
- Wat is er met jou?
1:21:23
Waar ben je geweest?
-Bij Purnell.
1:21:26
Is hij kwaad op je?
- Nee, hoor.
1:21:32
Wie van jullie is Caine?
1:21:34
Wie wil dat weten?
- Een vriend.
1:21:40
Wij kennen elkaar niet.
1:21:45
Ik ben Ilena's neef.
Het bevalt haar niet dat je haar dumpt.
1:21:51
Moeten we vechten om die snol?
- Ik zou op m'n woorden passen.
1:21:58
Pas jij zelf maar op.
1:22:17
Naar binnen, schiet op.
1:22:22
Klootzak.
1:22:24
Spreuken 22:10.
1:22:27
Verjaag de spotter,
en het twisten houdt op.
1:22:31
Er komt een eind aan vechten
en schimpen.
1:22:35
Wat wilt u zeggen, opa?
- Jongen, je moet gaan.
1:22:39
Ik wil je hier niet meer
in huis hebben.
1:22:43
Wat moet ik dan doen?
- Je moet vanavond vertrekken.
1:22:49
Het spijt ons, Caine.
1:22:52
Dat zal wel. Jullie schoppen me
de straat op.
1:22:55
We hebben ons best gedaan
je op te voeden.
1:22:59
Maar je bent slecht.