1:25:10
Wat is er met jou?
1:25:15
Ik moet nog afscheid nemen
van m'n grootouders.
1:25:19
Heb je ze niet meer gesproken?
1:25:25
We kunnen erlangs rijden
voor we vertrekken.
1:25:30
Wil je nu deze tassen
in de auto zetten?
1:25:34
Niet zo bazig, anders blijf ik.
- Blijf je waar?
1:25:46
Ik wil niet dat je iets stoms doet.
1:25:49
Ik ga die zwarte een lesje leren.
1:25:53
Ik moet nu gaan.
1:26:03
Kom, we nemen hem te grazen.
1:26:52
Nu heb je een nieuwe fiets
en je rijdt nog steeds tegen me aan.