:49:01
In St. Louis.
:49:02
Geef me 'n adres. Ik kom meteen.
:49:11
Mr. Copeland hield een van
mijn mensen onder schot.
:49:15
Nou, meneer, geeft u mij de schuld maar.
Ik heb 'm doodgeschoten.
:49:27
Geef je zelf aan. Waar ben ?
:49:31
St. Louis.
:49:33
Dus hij is niet dood.
Een goeie les voor jullie.
:49:36
Luister naar de grote hond.
Die heeft altijd gelijk.
:49:39
Je hebt al eerder gelijk gehad.
:49:44
Walter, met Richard.
:49:46
Waarom ben gevlucht ?
Dat maakt je schuldig.
:49:50
Ik had wat anders aan mijn hoofd.
:49:52
Waar zitje, dan kom ik naar toe
en geef aan.
:49:55
Dat doe ik niet. Ik heb geld nodig.
:49:58
Dat is 'n trein op een verhoogd spoor.
:50:00
Die heb je niet in St. Louis.
:50:02
Hoe weet je dat van die trein ?
:50:05
Ik heb er 20 jaar onder gewoond.
:50:07
Dan kun je ook uitleggen wat 't
verschil is met 'n gewone trein.
:50:11
Dan heb je verdomd goeie oren.
:50:13
Ik wil dat ook wel 's horen.
:50:16
Welke steden hebben dat ? New York...
:50:19
- Philly.
- Wij.
:50:20
Milwaukee.
:50:22
Stop daar even.
Ik hoor klokken en 'n omroeper.
:50:24
Kun je alles weglaten behalve
die omroeper ?
:50:29
Ik zal 't proberen.
:50:34
Daar.
:50:36
Wat zegt ie ?
:50:38
"Volgende halte..." Draai dat nog 's af.
:50:44
"Volgende halte..."
:50:46
"Merchandise Mart."
:50:48
Verdomme, hij is hier.
:50:50
Dat is de klok van Wells Street Bridge.
Vlakbij.
:50:55
Ik herkende die trein ook.
:50:56
Jij hebt altijd gelijk.
:50:59
- Ik bel de politie.
- Dit is z'n dossier.