Blink
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:08:04
Een uur. Haar man trof haar aan.
Loop even mee.

1:08:10
Wat moet dat met die meid ?
1:08:13
Ik vind 'r leuk. Vind je 't erg ?
- Ja, want 't gaat om mijn baan.

1:08:17
Mitchell wil 'n ander team aanwijzen.
- Hij wil wat ?

1:08:21
En wie wil ie dan aanwijzen ?
Wij hebben alles nagetrokken.

1:08:27
We hebben bewijzen genoeg,
op een na.

1:08:30
We weten niet wie 't gedaan heeft.
Maar zij heeft 'm wel gezien.

1:08:35
Daarom blijf ik bij haar in de buurt.
Zij is de oplossing.

1:08:40
Voor de zaak of voor jou ?
1:08:47
Ik heb bloemen voor haar gekocht.
1:08:53
Ik heb bloemen voor haar gekocht.
1:08:57
Als jullie uitgezoend zijn,
kom dan even binnen.

1:09:02
Wat weten we ?
- Een derde slachtoffer in Wisconsin.

1:09:06
Hij is nu echt begonnen.
Nina Getz, Valerie...

1:09:10
Iemand moet ze in Milwaukee
vertellen dat we niets hebben.

1:09:14
En ik ga niet. Niet met een tekening
van een blinde.

1:09:19
Hou daar 's mee op.
- 't Is nodig.

1:09:21
Haal me dan nu maar van
deze zaak af.

1:09:25
O nee, maatje. Als ik onderuit ga,
sleep ik jou mee.

1:09:29
Rustig, inspecteur.
- Bemoei je er niet mee.

1:09:33
Jij weet 't meest van deze zaak.
Maar die vent lacht je uit.

1:09:39
Hij is beter dan jij.
1:09:41
Ik wil dat je die hufter pakt.
Je blijft aan deze zaak werken.

1:09:46
Desnoods tot aan je pensioen.
1:09:58
Ik moet naar Milwaukee.
Ik weet niet voor hoe lang.


vorige.
volgende.