Speed
anterior.
apresentar.
marcadores.
seguinte.

:33:09
Hoe gaat het?
:33:13
Misschien geef ikje wel vrij.
:33:17
Tjonge.
:33:19
Mac, dit is Annie.
:33:21
Dit is inspecteur McMahon.
:33:24
Hoe gaat het met u?
:33:27
Dit is wel genoeg.
:33:30
Beetje voorzichtig.
:33:33
We laten jullie onderzoeken.
:33:38
Hij wil weten wanneer hij zijn geld krijgt.
:33:41
Dat zal ik de klootzak vertellen.
:33:43
Hij weet niet dat de bus ontploft is.
:33:49
Over 30 minuten.
:34:29
Ik ben zo terug.
:34:34
Dit is ons doelwit.
Fox, jij in 4-1, jij in 1-2 en jij in 3.

:34:39
- Zit de verfbom bij het geld in?
- Al gedaan.


anterior.
seguinte.