Surviving the Game
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:28:00
Dit is heel lekker.
- Vier-vijftig per fles.

:28:05
Vierenhalve dollar. Goed spul.
:28:08
Vierhonderdvijftig. Niet morsen.
:28:13
Daar eet ik drie maanden van.
:28:16
Drink maar niet te veel.
Anders ben je morgen zo langzaam.

:28:21
En dat mag niet.
:28:25
Je mist het mooiste.
:28:28
Als je zijn vlees eet,
moet je hem recht in zijn ogen kijken.

:28:33
Dan verteer je ook zijn ziel.
:28:36
Doc, soms word ik echt
bang van je.

:28:40
Mooi...
:28:50
Neem een sigaar.
:28:53
Vertel mij eens van welk
dier deze is.

:28:59
Mag ik een peuk van je?
:29:02
Hou het pakje maar.
- Ik hoef er maar één.

:29:06
Je mag het houden.
- Ik wil er maar één.

:29:09
Dan gooi ik ze weg.
Kijk eens.

:29:22
Is er wat?
:29:24
Waar kom je vandaan?
- Overal en nergens.

:29:27
Hoe oud ben je?
- 32. En hij weet welke maat ik heb.

:29:31
Hij wil je leren kennen.
- Hij kijkt al de hele dag naar me.

:29:38
Heeft u weleens iemand gedood?
:29:43
Mijn vrouw en kind.
- Vuile smeerlap.

:29:50
Morgen ga je eraan. Vuile viezerik.
:29:53
Wat is er met hem?
- Z'n dochtertje is pas overleden.


vorige.
volgende.