Surviving the Game
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:29:02
Hou het pakje maar.
- Ik hoef er maar één.

:29:06
Je mag het houden.
- Ik wil er maar één.

:29:09
Dan gooi ik ze weg.
Kijk eens.

:29:22
Is er wat?
:29:24
Waar kom je vandaan?
- Overal en nergens.

:29:27
Hoe oud ben je?
- 32. En hij weet welke maat ik heb.

:29:31
Hij wil je leren kennen.
- Hij kijkt al de hele dag naar me.

:29:38
Heeft u weleens iemand gedood?
:29:43
Mijn vrouw en kind.
- Vuile smeerlap.

:29:50
Morgen ga je eraan. Vuile viezerik.
:29:53
Wat is er met hem?
- Z'n dochtertje is pas overleden.

:30:00
Je hebt niet echt je gezin
vermoord, hè?

:30:06
Wat voelde je?
- Ik kwam klaar.

:30:15
Ik weet meer van je dan jij denkt.
:30:20
Dat zal best.
Maar ik weet niets van jou.

:30:23
Vraag maar. Je mag alles weten.
:30:26
Hoe kom je aan dat litteken
onder je oog?

:30:33
Dat is mijn mannelijkheid.
:30:35
Toen ik acht werd,
kreeg ik van m'n vader een bulldog.

:30:39
Prins Henry Stout. Hij was sterk.
:30:43
Hij zat steeds achter mijn kalkoen
en de eekhoorns aan.

:30:47
Ik trainde hem, gaf hem te eten,
borstelde hem, verzorgde hem.

:30:51
Ik hield vreselijk veel van die hond.
:30:56
Mijn vader gaf me wat rotjes.
Ik moest een waakhond van hem maken.


vorige.
volgende.