:55:01
	Die pad vindt me hier nooit.
:55:04
	Ik snap iets niet.
:55:07
	Dacht je nou echt dat je
in die schoen de winter kon doorbrengen?
:55:12
	Zeg nou zelf.
-Ik wil naar huis.
:55:15
	Je zult hier moeten wachten
tot de lente komt, Thumbelina.
:55:20
	U kent mijn naam.
-Dat is nog niks.
:55:23
	Ik weet nog veel meer.
:55:25
	Je was verloofd met de elvenprins.
Cornelius, geloof ik.
:55:30
	Bijna wel.
:55:32
	Wat is dat triest.
-Wat dan?
:55:36
	Dat ze `m helemaal bevroren
uit de sneeuw hebben moeten halen.
:55:42
	Dat wist je toch wel?
:55:47
	Wat erg.
-Dat kan niet waar zijn.
:56:01
	Het spijt me. Soms flap ik er dingen uit
zonder na te denken.
:56:06
	Je bent nog jong.
Er komt wel weer `n ander.
:56:10
	Hij was perfect.
-Dat is niemand.
:56:13
	Cornelius was voor mij de enige.
-Trek dit aan.
:56:17
	We gaan ma.iskoekjes
naar Mr Mole brengen.
:56:20
	Hij woont vlakbij.
-Liever niet.
:56:23
	Ik heb je leven gered en nu wil je niet mee?
:56:29
	Goed dan.
:56:30
	Nog één ding:
Is het waar dat je zo prachtig kunt zingen?
:56:38
	Ik heb nu geen zin om te zingen.
:56:40
	Je moet beslist voor Mr Mole zingen.
Hij is `n fijnproever.
:56:45
	Kom mee.
:56:47
	Mr Mole is dol op ma.iskoekjes.
:56:51
	Cornelius was naar me op zoek.
:56:55
	Toen is er vast iets gebeurd.