:27:15
Het opperhoofd zegt
dat hij al op de hoogte was van uw komst.
:27:29
Hij zegt dat hij uw dialect
niet kan verstaan.
:27:32
Ik ben blij 'm te ontmoeten.
:27:34
En zijn vleermuis is zo weer gevonden.
:27:49
Mijn hemel.
Het opperhoofd is nu al erg op u gesteld.
:27:52
Zo tonen de Wachati's hun genegenheid.
:28:02
Dit is Ouda. De zoon van 't opperhoofd.
:28:04
Hij heeft Engels geleerd
van de missionarissen.
:28:07
Ik vind u aardig.
:28:16
Wat ben ik weer populair.
:28:21
Ik wil graag laten zien
hoe aardig ik jullie vind.
:28:52
Nu zijn we in 't slijm verbonden.
:28:58
Hij zegt dat de heilige hut daar is.