Before Sunrise
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:06:01
Ik was aan het oefenen.
:06:11
Ik was aan de beurt
en keek naar die vrouw…

:06:14
en ik wist niet wat ik moest zeggen.
Toen zij ik ‘ik heb een kaartje nodig naar…’

:06:19
Dus hoe dan ook…
:06:22
Waar ga jij naartoe?
:06:24
Terug naar Parijs.
:06:26
Mijn lessen beginnen volgende week.
- Zit je nog op school? Waar?

:06:30
La Sorbonne. Ken je dat?
:06:32
Jazeker.
:06:35
Kom je vanuit Boedapest?
:06:36
Ja ik was op bezoek bij m'n oma.
- Hoe is het met haar?

:06:40
Gaat oké.
:06:42
Alles goed met d’r?
- Jahoor.

:06:45
En jij dan? Waar ga jij heen?
- Ik ga naar Vienna.

:06:49
Vienna?
Wat is daar dan?

:06:50
Geen idee.
M'n vliegtuig vertrekt daar morgen.

:06:52
Ben je op vakantie?
:06:57
Ik weet het niet zeker.
:07:00
Ik reis gewoon wat rond,
per trein voor twee of drie weken.

:07:04
Was je op bezoek bij vrienden
of ben je gewoon op je eentje?

:07:08
Ik had een vriend in Madrid, maar…
:07:10
Madrid, dat is leuk.
- Ik heb zo'n Eurail pasje...

:07:13
aangeschaft.
:07:15
Is deze trip door Europa je bevallen?
:07:20
Jawel. Het was...
Het was klote.

:07:26
Het had z'n…
:07:28
Laat ik het zo zeggen, weken aan een stuk
kijkend uit het raam…

:07:31
was eigenlijk best wel heerlijk.
:07:35
Wat bedoel je?
:07:37
Nou, je weet wel, bijvoorbeeld…
:07:39
je hebt ideeën die je normaal niet hebt.
:07:43
Wat voor ideeën?
- Wil je er een horen?

:07:45
Vertel eens.
- Oké.

:07:47
Ik heb een idee
voor een televisieprogramma.

:07:50
Een paar vrienden van me
zijn uitzending producenten voor de kabel.

:07:53
Weet je wat dat is?
:07:56
Iedereen kan een goedkoop programma maken,
en dat willen ze uitzenden.


vorige.
volgende.