1:28:02
De manier waarop hij zn haar doet
1:28:04
welk overhemd hij zal gaan dragen
1:28:06
precies weten wat hij zal gaan zeggen
in een bepaalde situatie.
1:28:12
Ik weet zeker dat ik dan weet
dat ik echt verliefd ben.
1:28:35
Hé, raad eens.
- Wat?
1:28:37
We zijn niet naar het optreden
van die gasten geweest.
1:28:40
Optreden?
1:28:41
De koe?
1:28:42
Oja, inderdaad.
1:28:44
Onee. We hebben het gemist.
1:29:11
Weet je welke bus je moet hebben
om naar het vliegveld te komen?
1:29:13
Geen probleem.
1:29:14
Ik wil in deze gaan.
- Hier. Wil je hier instappen?
1:29:21
Ik denk dat dit het is, niet?
1:29:25
Ik heb echt...
1:29:31
Weet je wel
- Ja ik ook.
1:29:40
Heb een mooi leven. Veel plezier
in alles wat je doet.
1:29:43
Succes met school.
1:29:47
Ik heb hier een hekel aan.
1:29:49
Ik ook.
De trein gaat bijna vertrekken.
1:29:59
Weet je al die onzin
waar we het over hebben gehad