:28:02
Nu hebben we nog twee leerlingen over.
:28:07
Bad.
:28:09
Bad.
:28:11
B-a-d.
:28:15
- Bad.
- Goed.
:28:18
Bad. Dat is wel erg makkelijk.
Geef haar de prijs dan meteen.
:28:23
Kaas.
:28:26
Kaas.
:28:28
K-a-a-s.
:28:34
- Kaas.
- Goed.
:28:38
- Bank.
- Bank.
:28:43
B...
:28:45
B-a...
:28:49
- M?
- Nee.
:28:51
Nee, sorry, dat is niet goed.
:28:56
Als je dit goed spelt,
slaag je voor klas twee.
:29:02
Bank.
:29:04
B...
:29:06
Ban...
:29:08
Ban...
:29:11
B-a-n...
:29:14
G... Gaat u nog boodschappen doen?
Dat wou ik vragen.
:29:18
Nee, ik ga geen boodschappen doen.
Spellen, jij.
:29:22
B-a-n...
:29:26
K?
:29:29
Goed.
:29:31
Ik ben de slimste van de hele wereld.
:29:40
Mag hij elke keer een feest geven
als hij overgaat?
:29:44
Iedereen heeft lol, behalve jij.
:29:46
Verwend snotjoch.
Donder toch op.
:29:50
Ik wil je wat vragen, Carl.
Jij begon hier toch 25 jaar geleden?
:29:55
Als piccolo bij 't Philadelphia?
:29:57
Hoe zou je het vinden om na al dat harde
werken voor Billy te moeten werken?