Heat
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:03:02
Wat deed je daar?
1:03:04
Skiën.
1:03:05
Ik probeerde te skiën.
1:03:08
Dat doen mensen daar. Je gaat skiën...
1:03:12
...je leert nieuwe mensen kennen...
1:03:14
...en probeert je te amuseren.
1:03:16
Heb jij je geamuseerd?
1:03:17
Waarom niet?
1:03:19
Ik leer niet makkelijk
nieuwe mensen kennen.

1:03:21
Je hebt mij leren kennen.
1:03:23
Ik dacht er toen niet bij na.
1:03:26
Vandaar.
1:03:28
Nee. Je bent 'n mooie vrouw.
1:03:35
Kom met mij mee.
1:03:38
Waar naartoe?
1:03:40
Naar Nieuw-Zeeland.
1:03:43
Wanneer?
1:03:45
We gaan apart. We ontmoeten elkaar daar.
1:03:48
En mijn werk dan?
1:03:50
Ik heb geld genoeg.
1:03:52
Je kunt daar 'n atelier inrichten.
1:03:55
Ik weet 't niet.
1:03:56
Wat moet je weten?
1:03:58
Ben je getrouwd?
1:04:02
Ik ben allesbehalve getrouwd.
1:04:04
Het ging bergafwaarts met mij...
1:04:07
...en ineens...
1:04:10
...verscheen jij.
1:04:15
Je kent me niet.
1:04:16
Ik ken je goed genoeg.
1:04:21
Kom met me mee.
1:04:32
Wat is er?
1:04:35
Niks. Alles is prima. Ga je mee?
1:04:47
Fijn.

vorige.
volgende.